Return   Facebook

The Universal House of Justice

Ridván 1982

To the Bahá’ís of the World

Dearly loved Friends,

Triomfen van een onschatbaar voorteken voor de ontplooiing van de Zaak van God hebben het juist afgelopen jaar gekenmerkt, waarvan vele direct zijn voortgekomen uit de standvastige heldhaftigheid van de geliefde Perzen oog in oog met de wrede vervolgingen die hen worden toebedeeld. De uitwerking van deze ontwikkelingen is het aanbod van zulke gouden mogelijkheden voor onderricht en verdere proclamatie dat, indien het krachtig en met enthousiasme wordt aangegrepen, alleen maar kan leiden tot bekering op grote schaal en een toenemend aanzien.

2 Hartverwarmende vooruitgang met de bouw van de Mashriqu'l Adhkárs van India en West Samoa, het openen van het tweede Bahá'í radiostation van Latijns Amerika in Peru, de instelling van het Europese bureau van de Internationale Bahá'í Gemeenschap in Genève, gestadige vooruitgang in de tweede fase van het Zeven Jaren Plan, bemoedigende uitbreiding van de stelselmatige Bahá'í opvoeding van kinderen, opoffering en overvloedige schenkingen van fondsen door een toenemend aantal vrienden, dit alles getuigt van de rijke bekrachtiging waarmee Bahá'u'lláh de toegewijde inspanningen van Zijn geliefden over de hele wereld beloont. De wereldwijde aandacht die het Geloof in de media geschonken wordt, die de deuren voor massaproclamatie van de goddelijke Boodschap wijd geopend heeft, en de welwillende discussie ervan in de hoogste raden van de mensheid, die acties van soevereine regeringen en internationale autoriteiten tot gevolg hadden, zijn zonder voorbeeld in de Bahá'í geschiedenis.

3 Dit alles, geliefde vrienden, belooft veel voor het komende jaar dat rijk is aan Bahá'í gebeurtenissen. De vijftigste gedenkdag van het heengaan van het Grootste Heilige Blad zal herdacht worden tijdens de vijf Internationale Conferenties en met de publicatie van een boek dat samengestelde is in het Wereldcentrum en passages over haar bevat en een honderd van haar eigen brieven; de verhuizing naar de permanente Zetel van het Universele Huis van Gerechtigheid zal plaatsvinden; in november zal de vijfentwintigste herdenking van het heengaan van onze geliefde Behoeder samenvallen met het punt halverwege het Zeven Jaren Plan, en het jaar zal beëindigd worden met de vijfde Internationale Conventie als leden van de Nationale Geestelijke Raden van alom ter wereld naar Haifa zullen komen om het Universele Huis van Gerechtigheid te kiezen.

4 De onderscheiden en onschatbare activiteiten van de geliefde Handen van de Zaak zijn een bron van trots en vreugde voor de hele Bahá'í wereld. De aanvaarding van grotere verantwoordelijkheden door iedere Continentale Raad van Raadgevers bewijst een onverdeeld succes te zijn, en wij betuigen onze warme dank en bewondering aan het Internationale Centrum voor Onderricht en aan alle Raadgevers voor de grote bijdrage die zij in toenemende mate leveren aan de stabiliteit en de ontwikkeling van de embryonale wereldorde van Bahá'u'lláh.

5 Wat betreft de Bahá'í jeugd, de erfgenamen van de heldhaftige vroege gelovigen die nu op hun schouders staan, we doen een beroep op hen hun inspanningen te verdubbelen om in deze dagen van wijdverspreide belangstelling voor de Zaak van God hun leeftijdsgenoten in extase te doen geraken door deze goddelijke Boodschap en zich zo voor te bereiden op de dag dat zij ervaren gelovigen zullen zijn, bevoegd welke taken ook die hen worden opgelegd, op zich te nemen. We bieden hen deze passage van de Pen van Bahá'u'lláh aan:

"Gezegend hij die in de bloei van zijn jeugd en de beste Jaren van zijn leven zal opstaan om de Zaak van de Heer van het begin en van het einde te dienen en zijn hart zal sieren met Zijn liefde. De openbaring van zo'n genade is groter dan de schepping van de hemelen en van de aarde. Gezegend zijn de standvastigen en wel ga het hen die vastberaden zijn."

6 De opkomende zon van Bahá'u'lláh's Openbaring heeft zijn zichtbare uitwerking op de wereld en op de Bahá'í gemeenschap zelf. Mogelijkheden waarvan lang gedroomd werd voor onderricht, vergezeld van stromen bevestigingen, dagen nu in steeds toenemende aantallen iedere individuele gelovige, iedere Plaatselijke en Nationale Geestelijke Raad uit. De krachtige zaden, gezaaid door 'Abdu'l Bahá, beginnen nu te ontkiemen in de goddelijk ingestelde Orde die verklaard is en vastgelegd door de geliefde Behoeder. De mensheid is bijna op zijn knieën, geslagen, verbijsterd, en zonder herder, hongerig naar het brood van het leven. Dit is onze dag van dienstbaarheid; wij kunnen dat hemelse voedsel aanbieden. De mensen zijn ontgoocheld, met gebrekkige politieke theorieën, sociale systemen en ordeningen; zij verlangen, bewust of onbewust, naar Gods liefde en vereniging met Hem. Ons antwoord op deze groeiende uitdaging moet een machtige opleving zijn van doeltreffend onderricht, door het geven van het goddelijke vuur dat Bahá'u'lláh in onze harten heeft ontstoken, tot een brand voortkomend uit miljoenen zielen ontvlamd door Zijn liefde, er tenslotte getuigenis van zal afleggen dat de Dag waarvoor de Eerste Hemellichten van ons Geloof zo vurig gebeden hebben, tenslotte gloort.

 

Windows / Mac