The Universal House of Justice
Ridván 2003
To the Bahá’ís of the World
Dearly loved Friends,
Nu het Vijfjarenplan zijn derde jaar ingaat neemt de vaart toe: wat er het afgelopen jaar bereikt is laat de resultaten van de twaalf maanden ervoor ver achter zich. Deze geweldige vaart is zowel te danken aan de bereikte toegenomen samenhang tussen de samenstellende elementen in het Plan, als aan het stimulerende effect van de geest van onrust waarvan de planeet doordrongen is.
2. De omstandigheden rond het begin van dit nieuwe bestuursjaar zijn tegelijk kritiek, vol uitdaging en van uitzonderlijk belang. Het hele verloop van het afgelopen jaar werd verstoord door crisis na crisis, met als hoogtepunt het uitbreken van oorlog in het Midden-Oosten. De implicaties zijn niet minder belangrijk voor de voortgang van de gemeenschap van de Grootste Naam, dan voor de evolutie van een steeds meer wereldomvattende maatschappij die worstelt met een turbulente transitie. De timing, schaal en tendens van deze transitie zijn noodzakelijkerwijs onvoorspelbaar geweest. Waarlijk, hoe snel heeft de huidige verandering in het tij van de toestand in de wereld zich voltrokken! Door de resulterende strijd, waarbij de landen waarin de vroegste geschiedenis van de Zaak vorm kreeg zo duidelijk betrokken zijn, worden wij opnieuw herinnerd aan Bahá'u'lláhs waarschuwing dat het “evenwicht in de wereld is verstoord door de vibrerende invloed van deze grootste, deze nieuwe Wereldorde.” Het is vooral opmerkelijk dat de gebeurtenissen van deze crisis rechtstreeks invloed hebben op een gebied met een zo rijke bahá'í erfenis als Irak.
3. De ontwrichtingen tengevolge van deze en andere omstandigheden in de wereld zinspelen in één geval op het aanbreken van een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de hooggeprezen, maar smartelijk onderdrukte bahá'í-gemeenschap van een land waarin de Manifestatie van God voor deze Dag een volle tien jaar verbleef. In een ander geval werden hierdoor de voorbereidingen voor de Negende Internationale Conventie in het Wereldcentrum van ons Geloof gedwarsboomd. Maar hoe teleurstellend dit ook moge zijn, het is geen reden voor ontsteltenis. Wanneer het Grote Plan van God Zijn Kleine Plan doorkruist, mag er geen twijfel over bestaan dat er te zijner tijd door de voorzienigheid Gods een weg zal worden gebaand naar een kans met onbegrensde mogelijkheden om de belangen van Zijn glorieuze Zaak te bevorderen.
4. Door het verdriet, de angsten en de verbijstering, opgeroepen door dit jongste conflict in de ontvouwing van de Kleine Vrede, zijn de gevoelens van bitterheid en woede om de steeds weerkerende crises die de planeet teisteren verhevigd. De bezorgdheid van mensen over de hele wereld wordt op dit moment publiekelijk uitgebeeld in woedende demonstraties die te overweldigend zijn om genegeerd te worden. De kwesties waarover geprotesteerd wordt en de emoties die dit oproept dragen vaak bij aan de chaos en verwarring die men door deze openlijke uitingen hoopt op te lossen. Voor de vrienden van God is er een ondubbelzinnige verklaring voor de gebeurtenissen: zij hoeven zich slechts de visie en principes die het Geloof biedt te herinneren willen zij effectief op de door de wijdverbreide consternatie en ontsteltenis veroorzaakte uitdagingen reageren. Laat hen ernaar streven de leringen die hierop betrekking hebben beter te begrijpen door de brieven van Shoghi Effendi die in The World Order of Bahá'u'lláh zijn gepubliceerd te bestuderen; vooral “The Goal of a New World”, “America and the Most Great Peace” en “The Unfoldment of World Civilization”.
5. Terwijl de wereld zijn tumultueuze koers vervolgt, heeft het Vijfjarenplan het operationele vermogen bereikt om onze gemeenschap in staat te stellen enorme stappen voorwaarts te maken naar het hoofddoel: het bevorderen van het proces van toetreding in groepen. De details van deze zo bemoedigende stand van zaken voor het Geloof op alle vijf de continenten zijn reeds gegeven in onze brief van 17 januari: wij nodigen u uit deze nader te bestuderen. Slechts enkele belangrijke details dienen nu benadrukt te worden: de opdeling in regio’s is in 179 landen voltooid; er bestaan thans circa 17.000 van deze voedingsbodems voor uitbreiding. Overdenkingsbijeenkomsten op regioniveau zijn een krachtig middel geworden om ideeën en daden te verenigen over instellingen en plaatsen heen: zij hebben een sterke stimulans verleend aan initiatieven van instellingen en individuele personen in een wederzijds ondersteunende geest. Het instituutproces heeft nog duidelijker dan tevoren zijn invloed laten zien als stuwende kracht voor uitbreiding en consolidatie. De kernactiviteiten van het Plan hebben een schaal bereikt die die van het jaar ervoor ver achter zich laat. Als gevolg hiervan is in de hele wereld een toenemend aantal vrienden thans actief in het onderrichts- en bestuurswerk die zo blijk geven van de aanstekelijke geest van vertrouwen waardoor het enthousiasme van hun inspanningen wordt geïnspireerd. Jongeren en kinderen worden structureler betrokken bij de programma’s van de gemeenschap, en steeds meer niet-bahá'ís nemen deel aan leerkringen, meditatieve bijeenkomsten en kinderklassen. Het is waarlijk bemoedigend om te zien dat, in de korte periode sinds het begin van het Plan, toen in veel gemeenschappen deze drie kernactiviteiten sporadisch voorkwamen, zij regulier zijn geworden en in aantal zijn toegenomen. Ziehier een momentopname van een wereldgemeenschap die doelgericht in beweging is als nooit tevoren.
6. Terwijl dit groeipatroon gedurende het afgelopen jaar steeds hechter geworteld raakte in de uitvoering van het Plan, voltrokken zich ook andere belangrijke ontwikkelingen. In de arena van externe betrekkingen hebben agentschappen van de Bahá'í International Community zo veel en zulke gevarieerde activiteiten ontplooid dat wij ze hier onmogelijk kunnen beschrijven. Het gezamenlijk effect ervan is echter zo indrukwekkend dat ze niet ongenoemd kunnen blijven. Het hoogtepunt van de activiteiten was de boodschap die wij afgelopen april richtten aan de religieuze leiders van de wereld. Deze verschafte een nieuwe impuls aan de benadering van de bahá'í-gemeenschap om de aandacht van de invloedrijkste elementen in de maatschappij te vestigen op punten van cruciaal belang voor het verzekeren van de vrede in de wereld. Dankzij de coördinatie van het Bureau Voorlichting van de Bahá'í International Community en de alerte en efficiënte reactie van de Nationale Geestelijke Raden, werd de boodschap in korte tijd uitgereikt aan de bovenste gelederen en de andere echelons van religieuze gemeenschappen over de hele wereld. Het doel van dit initiatief is om bij alle betrokkenen onder de aandacht te brengen hoe dringend noodzakelijk het is dat de religieuze leiding het probleem van religieus vooroordeel aanpakt; een probleem dat een steeds ernstiger gevaar voor het welzijn van de mensheid wordt. De eerste reacties van vele ontvangers geven aan dat de boodschap serieus wordt genomen en zelfs op sommige plaatsen interreligieuze activiteiten in een nieuw perspectief zet.
7. Op het gebied van sociale en economische ontwikkeling is een tempo bereikt dat steeds dieper het effect doet voelen van de inspanningen van instellingen en individuele personen op zowel de interne ontwikkeling van de gemeenschap als op de samenwerking van de gemeenschap met anderen. Het Bureau voor Sociale en Economische Ontwikkeling meldt dat er gedurende het tweede jaar van het Plan acht nieuwe bahá'í-geïnspireerde ontwikkelingsinstanties zijn gevestigd, werkzaam op uiteenlopende gebieden zoals de vooruitgang van vrouwen, gezondheid, landbouw, de opvoeding van kinderen en de ontwikkeling van jongeren.
8. In het Heilige Land is de Engelse vertaling van Bahá'u'lláhs Arabische epistel dat bekend staat als Javáhiru’l-Asrár, uitgebracht onder de titel “Gems of Divine Mysteries”. De restauratie van Bahá'u'lláhs cel in de gevangenis van `Akká werd voltooid, en het werk aan de rest van de bovenste verdieping van het cellencomplex is begonnen. Vanaf het volgende pelgrimsseizoen, dat in oktober 2003 begint, zal het aantal pelgrims per groep verhoogd worden van 150 naar 200.
9. Verder waren de werkzaamheden om de ontwikkeling van instellingen aan het Wereldcentrum te bevorderen vooral zichtbaar in de voortgaande ontwikkeling van de instelling van Huqúqu’lláh onder de eminente leiding van de Gevolmachtigde, Hand van de Zaak van God `Alí-Muhammad Varqá. Door zijn wijze initiatieven en constante inspanningen inspireerde dr. Varqá de educatie van de vrienden overal aangaande de wet van Huqúqu’lláh. In de tien jaar sinds het universeel van kracht worden van de wet, is een netwerk van nationale en regionale raden van gevolmachtigden tot stand gebracht, die coördinatie en richting geven aan de diensten van een toenemend aantal assistenten en afgevaardigden. Kennis over deze grootse wet is wijdverbreid, en vrienden uit alle continenten geven er gehoor aan in een geest van toewijding. De Gevolmachtigde hoopt dat diegenen die de beloofde zegeningen voortvloeiend uit gehoorzaamheid aan deze wet nog niet te baat hebben genomen, door deze geest van toewijding geraakt zullen worden.
10. In de bijna twee jaar sinds wij de bijzondere noodzaak van financiële steun aankondigden om de gebouwen en tuinen van het Wereldcentrum op passend niveau te onderhouden, is het Kapitaalfonds voor het Wereldcentrum gevestigd. De bijdragen hebben nog niet het niveau van de jaarlijkse behoefte bereikt. Wij voelden ons echter gehouden om vijf miljoen dollar van de ontvangen bijdragen opzij te zetten als een gereserveerd fonds om een kapitaal op te bouwen als bron van investeringsinkomsten voor het oorspronkelijke doel. Om de noodzakelijke kosten te helpen dekken hebben wij een beroep gedaan op het Internationale Bahá'í Fonds. Hiervoor hebben wij activiteiten geschorst die normaliter op andere gebieden zouden zijn ontplooid.
11. Het doet ons genoegen te vermelden dat er, in antwoord op de oproep van de Nationale Geestelijke Raad van Chili, 185 conceptontwerpen zijn ontvangen van architecten en ontwerpers over de hele wereld voor de bouw van de moedertempel van Zuid-Amerika in Santiago. De definitieve keuze zal te zijner tijd worden bekendgemaakt.
12. Geliefde vrienden, dankbaar door het solide bewijs van de vooruitgang die wijd en zijd wordt geboekt, vertrouwen wij op de voortgaande bevestiging van onze Opperste Heer voor de toegewijde inspanningen die u zich getroost binnen het kader van het Vijfjarenplan – een Plan dat is toegesneden op de vereisten van deze tijd. Moge uw doorzettingsvermogen in het volbrengen ervan de opgestuwde krachten doen vrijkomen die, door de gunst en genade van de Abhá Schoonheid, het proces van toetreding in groepen in ieder land met krachtige pulsen vooruit kunnen brengen.
- The Universal House of Justice