The Universal House of Justice
Ridván 1978
To the Bahá’ís of the World
Dearly loved Friends,
Verheugd begroeten wij de vorming van nog zeven Nationale Geestelijke Raden en wel die van Burundi, Mauritanië, de Bahama eilanden, Oman, Qatar, de Mariane eilanden en Cyprus; twee in Afrika, één in Amerika, twee in Azië, één in de Stille Zuidzee en één in Europa, waardoor het aantal pilaren van het Universele Huis van Gerechtigheid tot honderddertig is gestegen.
2 Uw Nationale Geestelijke Raad zal de boodschap gericht aan de Internationale Bahá'í Conventie en het nieuws over de vooruitgang van het Vijfjaren Plan, dat bij die gelegenheid werd vrijgegeven, met u delen. Zoals u zult zien, hebben veel nationale gemeenschappen de doelen van het Vijfjaren Plan reeds of praktisch behaald. Deze gemeenschappen moeten zich er nu van verzekeren dat het tempo van uitbreiding en consolidatie dat hun de overwinning bracht, wordt gehandhaafd zodat zij krachtig door zullen gaan met het volgende plan. Met pionieren en reizend onderricht kunnen zij ook hun zustergemeenschappen te hulp komen die, om hun doelen te behalen, nog maanden van intensief werk voor zich hebben. Wij doen vooral op deze laatste gemeenschappen een beroep om hun verdubbelde, vereende en zelfopofferende krachten in te zetten.
3 Wij smeken vurig aan de Heilige Drempel dat de volgelingen van de Gezegende Schoonheid met geestdrift, vertrouwen en toewijding zullen opstaan om te waarborgen dat ieder doel wordt behaald.
- The Universal House of Justice